ARTIKEL
Onderzoeksplan
Voordat ik het artikel heb geschreven moets er eerst een onderzoeksplan worden opgesteld. Deze heb ik een aantal keer aangepast, maar uiteindelijk is dit de definitieve versie geworden:
Artikel
De uiterste inleverdatum voor het artikel was 10 juni 2019. Het artikel was op tijd af, ondanks dat ik een aantal keer opnieuw ben begonnen met de inleiding. Hieronder de definitieve versie van het artikel:
Voedsel als beste medicijn
De relatie tussen voedingsmiddelen en het ontstaan van de ziekte van Alzheimer
Nine de Boom
Samenvatting
De Richtlijn Goede Voeding 2015 is gebaseerd op wat de wetenschap zegt over de relatie tussen voeding en het risico op chronische ziekten. In de Nederlandse top tien van chronische ziekten staat ook dementie. De meest bekende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer. De vraag die in dit artikel centraal staat is: 'Wat is de invloed van voedingsmiddelen op het ontstaan van de ziekte van Alzheimer?'. Deze vraag is beantwoord door middel van literatuuronderzoek. Meervoudig onverzadigde vetzuren en vitamine C, D en E spelen een rol bij het voorkomen van de ziekte van Alzheimer. Advanced Glycation End-products daarentegen kunnen ervoor zorgen dat cognitieve functies verminderen. In veel onderzoeken worden geheugenproblemen of dementie beschreven, daarom is verder onderzoek nodig voor specifiek de ziekte van Alzheimer. Ook is het noodzakelijk dat er meer bekendheid komt voor een gezond voedingspatroon ter voorkoming van de ziekte van Alzheimer.
Inleiding
Inleiding
'Laat voedsel uw medicijn zijn, en medicijn uw voedsel' - Hipp
ocrates van Kos (ca. 430 v.Chr.)
In Nederland worden adviezen met betrekking tot voeding gegeven door de Gezondheidsraad (2015). In de Richtlijnen Goede Voeding 2015 beschrijft de Gezondheidsraad (2015) aanbevelingen voor een gezond voedingspatroon. Deze aanbevelingen zijn gebaseerd op wat de wetenschap vertelt over de relatie tussen voedingsstoffen, voedingsmiddelen en voedingspatronen en het risico op chronische ziekten. Hierbij is gekeken naar de Nederlandse top tien van ziekten met de meeste sterfte, verloren levensjaren en ziektelast. Het gaat hierbij om coronaire hartziekten, beroerten, hartfalen, diabetes mellitus type 2, chronische obstructieve longziekten (COPD), borstkanker, darmkanker, longkanker, dementie en cognitieve achteruitgang en depressies (Gezondheidsraad, 2015).
Volgens het RIVM (2018) zal het aantal mensen met dementie in Nederland van 154.000 in 2015 toenemen tot 330.000 mensen in 2040. Hiermee zal dementie in 2040 de meeste sterfte en de hoogste ziektelast veroorzaken (RIVM, 2018).
Dementie is een verzamelnaam voor de combinatie van een aantal symptomen waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken (Alzheimer Nederland, z.d.). Er zijn totaal zo'n vijftig verschillende vormen van dementie. De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer.
Maar liefst 70% van de mensen met dementie heeft deze ziekte. (Alzheimer Nederland, z.d.).Alzheimer Nederland (z.d.) beschrijft dat wetenschappers denken dat het ontstaan van de ziekte van Alzheimer te maken heeft met vier veranderingen in de hersenen. Deze veranderingen zijn: samenklonteringen van het eiwit amyloid, een verandering van het eiwit tau, een overactieve reactie van gliacellen en het falen van cellen van de bloed-hersen barrière. Door deze veranderingen sterven hersencellen af waardoor functies in bijvoorbeeld geheugen langzaam achteruitgaan (Alzheimer Nederland, z.d.).
Door het toenemend aantal gevallen van dementie en daarmee dus ook het toenemend aantal gevallen van mensen met de ziekte van Alzheimer, is het belangrijk dat er meer duidelijkheid komt over het ontstaan van deze ziekte en hoe voeding een rol speelt bij het ontstaan en het voorkomen ervan. De centrale vraagstelling in dit artikel luidt dan ook: Wat is de invloed van voedingsmiddelen op het ontstaan van de ziekte van Alzheimer?
In dit artikel zal de relatie tussen voedingsstoffen en het ontstaan van de ziekte van Alzheimer worden beschreven. De volgende voedingsstoffen zullen worden behandel: meervoudig onverzadigde vetzuren, vitamine E, C en D en Advanced Glycation End-products. Per voedingsmiddel zal uitgelegd worden wat het precies is en in welk voedsel dit met name voorkomt.
Middenstuk
Meervoudig onverzadigde vetzuren
Meervoudig onverzadigde vetzuren zijn de zogenaamde 'gezonde vetten'. Ze zitten met name in vette vis, noten en plantaardige oliën. Meervoudig onverzadigde vetzuren zijn te verdelen in omega-3-vetzuren en omega-6-vetzuren. De bekendste omega-3-verzuren zijn alfalinoleenzuur (ALA), eicosapentaeenzuur (EPA) en doxosahexaeenzuur (DHA). Het bekendste omega-6-vetzuur is linolzuur (Voedingscentrum, z.d.).
Meervoudig onverzadigde vetzuren zijn essentiële onderdelen van celmembranen van hersencellen. Ze zorgen er namelijk voor dat de celmembraan vloeibaar blijft waardoor communicatie tussen de hersencellen mogelijk blijft (Abate, Marziano, Rungratanawanich, Memo, & Uberti, 2017).
Abate et al. (2017) beschrijven dat verschillende studies aantonen dat de omega-3-vetzuren DHA en EPA het communicatievermogen tussen hersencellen verbetert. Ook zorgen DHA en EPA ervoor dat ontstekingsprocessen in de hersenen worden afgeremd (Bazinet & Layé, 2014).
Vitamine C en E
Vitamine C is de bekendste vitamine die voorkomt in fruit, groente en aardappelen. Vooral paprika, bepaalde koolsoorten, citrusfruit, aardbeien, bessen en kiwi's bevatten veel vitamine C (Voedingscentrum, z.d.).
Vitamine E komt voor in zonnebloemolie, halvarine, margarine, brood, graanproducten, noten, zaden, groenten en fruit (Voedingscentrum, z.d.).
Onderzoek in de Verenigde Staten wijst uit dat vitamine C en vitamine E in voeding en als voedingssupplement ervoor zorgen dat het risico op de ziekte van Alzheimer verminderd wordt (Zandi et al, 2004). In de hersenen wordt 20% van al de zuurstof in het lichaam verbruikt. Hierdoor zijn de hersenen bijzonder gevoelig voor oxidatieve stress wat weer voor achteruitgang van cognitieve vaardigheden
zorgt (Abate et al., 2017). Vitamine C en vitamine E werken als antioxidant (Voedingscentrum, z.d.). Dit betekent dat ze het oxidatieproces tegengaan waardoor de hersenenfuncties minder achteruitgaan (Abate et al., 2017).
Vitamine D
Vitamine D wordt gevormd onder invloed van uv-straling (zonlicht) in de huid van mens en dier. Het komt daardoor van nature voor in dierlijke voedingsmiddelen. Vooral in vette vis zit veel vitamine D. Verder bevatten ook vlees en eieren vitamine D (Voedingscentrum, z.d.).
Ook deze vitamine heeft mogelijk invloed op het ontstaan van de Ziekte van Alzheimer. Zo is in een observationele studie vastgesteld dat een lage vitamine D concentratie gelinkt is aan een groter risico op het ontstaan van deze ziekte (Grant, 2016).
Vitamine D zorgt er in de hersenen namelijk voor dat samenklonteringen van het eiwit amyloid worden opgeruimd. Deze samenklonteringen, die ook wel 'plaques' worden genoemd, zijn een van de kenmerken van de Ziekte van Alzheimer (Sony et al., 2012).
Advanced Glycation End-products (AGE's)
AGE's of Advanced Glycation End-Products zijn complexe verbindingen tussen suikers en eiwitten (Singh, Barden, Mori & Beilin, 2001). Ze ontstaan ten gevolge van een reactie tussen reducerende suikers en de vrije aminogroepen van eiwitten, lipiden of nucleïnezuren. Deze reactie wordt ook wel de Maillard-reactie genoemd en is onderdeel van het normale metabolisme van de mens (Uribarri et al., 2010).
Ook het voedsel dat we consumeren, bevat van nature AGE's. Ze zitten onder anderen in vlees, vis, zuivel en noten (Mens en Gezondheid, 2018). Het verwarmen van deze voedingsmiddelen zorgt ervoor dat er nieuwe AGE's ontstaan. Dit effect is met name zichtbaar bij grillen, braden,roosteren, bakken en frituren. (Uribarri et al., 2010)
Een grote variatie voedingsmiddelen in de tegenwoordige voedselpatronen worden blootgesteld aan een bewerking met hoge temperatuur. Dit wordt gedaan voor veiligheid en gemak, maar ook voor het verbeteren de smaak en de kleur (Uribarri et al., 2010).Zo zien producten er smakelijker en aantrekkelijker uit voor de consument. Denk bijvoorbeeld aan het krokante laagje van friet of de bruine korst van brood (Mens en Gezondheid, 2018).
Ondanks dat AGE's van nature in ons voedsel zitten, kunnen hoge concentraties AGE's in de bloedsomloop en weefsels giftig zijn (Sharma, Kaur, Thind, Singh & Raina, 2015).Filip et al (2015) beschrijven dat dit komt omdat AGE's ervoor kunnen zorgen dat eiwitten verknoopt raken waardoor hun functie en eigenschappen veranderen. Ook kunnen AGE's intracellulaire signalen activeren, wat leidt tot een verhoogde productie van ontstekingscytokinen, die ontstekingen in het lichaam kunnen bevorderen. Bij de ziekte van Alzheimer hopen AGE's zich op in de hersenen, waardoor functies verstoord raken (Filip et al, 2015).
Abate et al (2017) beschrijven dat er verschillende onderzoeken zijn gedaan die aantonen dat AGE's een rol spelen bij het versnellen van cognitieve achteruitgang. Een meer specifieke studie toont aan dat AGE's betrokken zijn bij het ontstaan van oxidatieve stress en ontstekingen in de hersenen (Salahuddin, Rabbani & Khan, 2004). Ook werd aangetoond dat bij patiënten met de ziekte van Alzheimer een verhoogd aantal AGE's in de hersenen aanwezig was en dat deze een rol spelen bij het reguleren van het transport van het eiwit Amyloid door de bloed-hersenbarrière (Abate et al, 2017).
Discussie en Conclusie
Discussie en Conclusie
Naast onderzoeken die aantonen dat voedingsmiddelen invloed
hebben op het ontstaan van de ziekte van Alzheimer, zijn er ook studies die
maar een beperkt of geen bewijs aanleveren dat deze voedingsmiddelen in relatie
staan tot het ontstaan van de ziekte van Alzheimer (Abate et al, 2017). Ook
tonen Chiu et al. (2008) aan dat omega-3-verzuren alleen effect hebben bij
mensen met Mild Cognitive Impairment (MCI) en niet bij mensen met de ziekte van
Alzheimer.
In de gebruikte onderzoeken wordt regelmatig over een verbetering op het gebied van cognitieve functies gesproken. Dit hoeft echter nog niet te betekenen dat het te generaliseren is naar de ziekte van Alzheimer. Verder wordt er in een aantal onderzoeken gesproken over de effecten van voedingsmiddelen op dementie, in plaats van specifiek de ziekte van Alzheimer. Een aantal onderzoeken die Abate et al. (2017) heeft beschreven zijn gedaan met dieren.
Bovenstaande gegevens tonen aan dat er meer onderzoek nodig is naar de invloed van bepaalde voedingsmiddelen op specifiek de ziekte van Alzheimer. Bovendien is het belangrijk dat eerder bewezen effecten bij dieren ook worden aangetoond bij mensen.
Naast de wetenschap dat bepaalde voedingsmiddelen de ziekte
van Alzheimer kunnen beïnvloeden, is het ook van belang dat er meer aandacht
komt voor voedingspatronen die ervoor kunnen zorgen dat het risico op de ziekte
van Alzheimer minder wordt.
Meer dan tweeduizend jaar geleden sprak de Griekse arts Hippocrates de inleidende woorden van dit artikel uit. Vandaag de dag wordt deze uitspraak versterkt door een groot aantal studies en wetenschappelijk onderzoek.
In dit artikel is antwoord gegeven op de volgende vraag: 'Wat is de invloed van voedingsmiddelen op het ontstaan van de ziekte van Alzheimer?'. Naar aanleiding van onderzoek in de literatuur kan worden geconcludeerd dat er een relatie bestaat tussen bepaalde voedingsmiddelen en het ontstaan van de ziekte van Alzheimer. Meervoudig verzadigde vetzuren en de vitaminen C, D en E leveren een positieve bijdrage aan het voorkomen van de ziekte van Alzheimer. Advanced Glycation End-products daarentegen spelen een negatieve rol bij het ontstaan van de ziekte van Alzheimer.
Literatuurlijst
Abate, G., Marziano, M., Rungratanawanich, W., Memo,
M., & Uberti, D. (2017). Nutrition and
AGE-ing: Focussing on Alzheimer's
Disease. Oxidative Medicine and Cellular Longevity, 10.
doi.org/10.1155/2017/7039816
Alzheimer
Nederland (z.d.). Oorzaken alzheimer.
Geraadpleegd op 28 mei 2019, van
https://www.alzheimer-nederland.nl/dementie/oorzaken-preventie/oorzaken
Alzheimer
Nederland (z.d.). Wat is dementie.
Geraadpleegd op 28 mei 2019, van
https://www.alzheimer-nederland.nl/dementie
Bazinet, P., & Layé, S. (2014). Polyunsaturated
fatty acids and their metabolites in brain function
and disease. Nature
Reviews Neuroscience, 15, 771-785. Geraadpleegd op 5 juni 2019, van
https://www.nature.com/articles/nrn3820
Chiu, C., Su, K., Cheng, T., Liu, H., Chang, C.,
Dewey, M., Stewart, R., & Huang, S. (2008). The
effects of omega-3 fatty
acids monotherapy in Alzheimer's disease and mild cognitive
impairment: a
preliminary randomized double-blind placebo-controlled study. Progress in
Neuro-Psychopharmacology and Biological Psychiatry, 32(6), 1538-1544.
doi:10.1016/j.pnpbp.2008.05.015
Filip et al., (2015). Dietary Advanced Glycation End Products and Their Role in Health and
Disease. Advances in Nutrition,
6(4), 461-473. doi:
10.3945/an/115.008433
Gezondheidsraad
(2015). Richtlijn goede voeding 2015.
Geraadpleegd op 28 mei 2019, van
https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2015/11/04/richtlijnen-goede
voeding-2015
Grant, W. (2016). Using Multicountry Ecological and
Observational Studies to Determine Dietary
Risk Factors for Alzheimer's
Disease. Journal of the American College of Nutrition, 35(5), 476-
489. Doi:10.1080/07315724.2016.1161566
Mens
en Gezondheid (2018). AGEs: wat zijn het
en hoe beïnvloeden ze onze gezondheid?
Geraadpleegd op 10 mei 2019, van https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde
voeding/190715-ages-wat-zijn-het-en-hoe-beinvloeden-ze-onze-gezondheid.html
RIVM
(2018). Volksgezondheid Toekomst
Verkenning 2018: Een gezond vooruitzicht: Synthese. Den Haag: Xerox/OBT.
Salahuddin, P., Rabbani, G., & Khan, R.H. (2014).
The role of advanced glycation end products in
various types of
neurodegenerative disease: a therapeutic approach. Cellular and Molecular
Biology Letters, 19(3), 407-437. doi:10.2478/s11658-014-0205-5
Sharma, C., Kaur, A., Thind, S., Singh,
B., & Raina, S. (2015). Advanced
glycation End-products
(AGEs): an emerging concern for processed food
industries. Journal of Food Science and
Technology, 52(12), 7561-7576.
doi: 10.1007/s12197-015-1851-y
Singh, R., Barden, A., Mori, T., &
Beilin, L. (2001). Advanced glycation
end-products: a review.
Diabetologia, 44, 129-146.
Geraadpleegd op 27 mei 2019, van
https://link.springer.com/content/pdf/10.1007%2Fs001250051591.pdf
Soni,
M., Kos, K., Lang, A., Jones, K., Melzer, D., & Llewellyn, D. (2012). Vitamin D and cognitive
function. Scandinavian
Jornal of Clinical and Laboratory Investigation, 72, 79-82.
doi/full/10.3109/00365513.2012.681969
Urribarri, J., Woodruff, S., Goodman, S.,
Cai, W., Chen, X., Pyzik, R., Yong, A., Striker, G., &
Vlassara, H. (2010).
Advanced Glycation End Products in Foods and a Practical Guide to Their
Reduction in the Diet. Journal of the American Dietic Association, 110(6), 911-916. doi:
10.1016/j.jada.2010.03.018
Voedingscentrum
(z.d.). Onverzadigd vet. Geraadpleegd op 5 juni 2019, van
https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/onverzadigd-vet.aspx
Voedingscentrum
(z.d.). Vitamine C. Geraadpleegd op 7 juni 2019, van
https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vitamine-c.aspx
Voedingscentrum
(z.d.). Vitamine D. Geraadpleegd op 7 juni 2019, van
https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vitamine-d.aspx
Voedingscentrum
(z.d.). Vitamine E. Geraadpleegd op 7 juni 2019, van
https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vitamine-e.aspx
Zandi, P., Anthony, J., Khachaturian, A., Stone, S.,
Gustafson, D., Tschanz, J., Norton, M., Welsh
Bohmer, K., Breitner, J., &
Cache Country Study Group. (2004). Reduce risk of Alzheimer
disease in users of
antioxidant vitamin supplements: the Cache Country Study. Archives of
Neurology, 61(1), 82-88. Doi: 10.1001/archneur.61.1.82