Blog Hugo: ‘Praat met kwetsbare ouderen over hun toekomst’
Verpleegkundigen zijn heel goed in het voeren van gesprekken met kwetsbare ouderen. En ze moeten dat duidelijker laten weten aan artsen en bestuurders, vindt Hugo.
'Denk eerder na over wel of niet reanimeren', schreef het Algemeen Dagblad op de voorpagina. Artsen op de spoedeisende hulp worden er moedeloos van. Zij ontvangen regelmatig kwetsbare ouderen in een crisissituatie die nog nooit hebben nagedacht over essentiële vraagstukken rond het levenseinde. Daar sta je dan als welwillende dokter. Je hoogbejaarde patiënt is ernstig benauwd of hondsberoerd, maar je moet wel nog even in gesprek over een eventuele reanimatie of opname op de intensive care. De timing kan niet slechter.
Ik snap de frustratie. De kwetsbare ouderen over wie het gaat zijn in de jaren voorafgaand aan de spoedopname regelmatig op bezoek geweest bij de huisarts of de polikliniek. Mogelijkheden te over om eens anticiperend te praten over de toekomst. Daar is ook alle aanleiding toe, aangezien chronische ziekten meestal een progressief beloop kennen en niemand het eeuwige leven heeft. Maar het gebeurt zelden.
Het doet me denken aan 'de cirkel van hoop' waar onderzoekster Mariska Oosterveld over schrijft in een artikel over informatievoorziening in de laatste levensfase.1 De arts is wollig in zijn taalgebruik en blijft altijd hoop bieden in de vorm van een behandeling. De patiënt luistert selectief en stelt geen vragen waarop hij het antwoord niet wil weten. In een focusgroepgesprek vat een arts de cirkel van hoop prachtig samen: 'Ik doe alsof ik uw leven kan verlengen en u, de patiënt, doet alsof u dat gelooft.'
De stilte over de toekomst zie ik ook in het ziekenhuis terug. Artsen praten best veel met kwetsbare ouderen. Over de behandeling, de situatie thuis, de komende dagen of weken. Maar de lange termijn blijft onbesproken. Het gaat vrijwel nooit over hoe het leven er volgend jaar voorstaat, of over de invulling van het levenseinde. Alsof het een taboe is.
Ondertussen worstelen verpleegkundigen met hun rol in dit vraagstuk.Wijkverpleegkundigen willen graag in gesprek met mensen die in de laatste fase van hun leven zijn aanbeland. Maar wat als de huisarts daar geen ruimte voor biedt en hij de deskundigheid van de verpleegkundige nauwelijks serieus neemt? Het gebeurt vaak genoeg dat wijkverpleegkundigen met palliatieve expertise maanden kniezend aan de zijlijn staan en pas betrokken worden als de patiënt een Cheyne-Stokes-ademhaling heeft.
In het ziekenhuis is dat niet anders. Medisch specialisten sturen nog liever een coassistent om met een hoogbejaarde patiënt over behandelbeperkingen te praten dan dat ze dat aan een verpleegkundige overlaten. Waarom is dat eigenlijk?
Het verpleegkundig vakgebied heeft zich de afgelopen jaren uitstekend ontwikkeld. Ik zie in het ziekenhuis zoveel deskundige mensen die op allerlei niveaus veel meer kunnen betekenen dan ze nu doen. We moeten stoppen met afwachten. We moeten actief vragen om handelingsruimte, in de dagelijkse zorg maar ook op bestuurlijk niveau. Juist omdat artsen het moeilijk vinden om met kwetsbare patiënten te praten over de toekomst, biedt dat verpleegkundigen een uitgelezen kans om hun kwaliteiten te tonen.
Bron: Nursing